Het Zuidereiland van Nieuw Zeeland heeft veel te bieden. Eén van onze doelen was om, na drie jaar in de tropen, weer eens sneeuw te zien. Waar kan dat beter dan bij Mt. Cook? Met 3.750 mtr. is dit de hoogste berg van Nieuw Zeeland. Bij Lake Tekapo zien we hem al liggen, op nog wel 50 km. afstand, weerspiegeld in het blauwe gletsjerwater. Via een weg langs het meer rijden we er naar toe. Dan wordt duidelijk dat we hier in de beroemde Southern Alps zijn. Indrukwekkend. Er hangt enorm veel sneeuw en ijs aan de bergen. Het visitor center geeft met veel mooie
foto's en informatie een goed beeld van de vele beklimmingen van deze berg. We fotograferen het standbeeld van Sir Edmund Hillary. Niet de eerste beklimmer van Mt. Cook maar natuurlijk wel van die ándere hoge berg,de Mt. Everest. Mt. Cook was begin vijftiger jaren meer zijn trainingsgebied. s'Middags rijden we naar de Tasman gletsjer. Aan de voet van de gletsjer is in de afgelopen jaren een meer ontstaan. En terwijl het
meer langzaam groter wordt neemt de gletsjer in lengte af. En info-borden leggen uit hoe het 10.000 jaar geleden was. De gletsjer zou toen wel 2000 mtr. hoger zijn geweest en vele kilometers langer. De afname nu wordt meer verklaard vanuit de cyclus van ijstijden dan dat de oorzaak bij de opwarming van de aarde wordt gelegd. Lekker realistisch die Kiwi's, gewoon wachten op de volgende ijstijd. Komt het vanzelf weer goed.
Maar hoe komt het nu dat het water van gletsjermeren zoals Lake Tekapo zo prachtig blauw is? Het ijs van de gletsjer schuurt en wrijft met enorm veel druk over de stenige ondergrond. Hier komt een soort slijpsel of sediment bij vrij wat verderop het water blauw kleurt. En dat blijft lang zo. Zelfs de rivieren die richting de zee stromen zijn nog blauw. Pas door veel vermenging met regenwater neemt het blauw wat af. Veel van de meren zijn overigens afgesloten met een stuwdam. Via waterkrachtcentrales achter de dam wordt veel energie opgewekt. Heel eco! Ruim veertig procent van de elektriciteit die op het Zuidereiland nodig is wordt zo opgewekt.
Vanuit de bergen ben je dan in een dag weer aan de kust. In Oamaru zien we vlak voor het donker wordt, enkele geeloog pinguïns aan land komen. Ze zijn de hele dag op zee geweest om vis te vangen, tot wel 25 km uit de kust. Maar nu, net voor zonsondergang, wordt het tijd om hun jongen te voeden. In het plaatsje zien iets later de kleine, blauwe pinguïn. Ook die komt in de schemer aan land en loopt dan rustig naar de huizen toe. Nesten worden zelfs gevonden in gaten van spouwmuren. Grappige beesten.
Op het schiereiland net onder Dunedin zien we koningsalbatrossen. Er moet wel een flink bedrag worden neergeteld om toegang te krijgen tot het albatroscentre maar dan heb je wat. Een prachtig informatiecentrum en uitstekende rondleiding. Het is uniek. Vanuit een soort kijkhut zien we vijf albatrossen die op een nest zitten met eieren. Een enkele heeft al jongen. Mooier nog zijn de twee albatrossen die steeds rondvliegen als zweefvliegtuigen in de blauwe lucht. De spanwijdte van hun vleugels bedraagt wel drie meter. Een paar maanden na hun geboorte beginnen jonge albatrossen al aan een oefenrondje rond Antarctica...
Reacties